Semi-artsstage Longziekten

De afdeling longziekten van het LUMC onderzoekt en behandelt alle soorten longziekten. Als universitair centrum hebben wij drie speerpunten: longoncologie, interstitiële longziekten (ILD) en ernstig emfyseem, waaronder alfa-1-antitrypsine deficiëntie. Onze longartsen hebben ieder een eigen aandachtsgebied waarin zij gespecialiseerd zijn. Samen met de ziekenhuisarts, arts-assistenten, physician assistant en verpleegkundig specialisten vormen wij de afdeling Longziekten. Wij werken daarbij zowel klinisch als poliklinisch, en op onze eigen behandelkamer waar de bronchoscopie en drainplaatsing plaatsvinden.

  • De semi-artsstage duurt 16 weken, welke nog 5-10 weken verlengd kan worden en mee kan tellen in de keuzeruimte. Ook een losse keuzestage van 5-10 weken is zeker mogelijk.

    Neem daarvoor contact op (zie contactgegevens onderaan).

  • De semi-arts:

    1. verricht zelfstandig anamnese en lichamelijk onderzoek conform vereisten ICO met nadruk op de 7 dimensies van de hoofdklacht en longgeluiden;
    2. stelt aan de hand van anamnese en lichamelijk onderzoek een probleemlijst met differentiaal diagnose op;
    3. doet suggesties voor in te zetten aanvullend onderzoek en beleid;
    4. voert het besproken beleid uit;
    5. past bovenstaande 4 leerdoelen toe in verschillende stadia van zorg (polikliniek, consulten, SEH en kliniek);
    6. coördineert de logistiek van patiënt (en naaste(n)) gedurende de gehele contacttijd (opname, poli, SEH);
    7. voert onder begeleiding eenvoudige interventies uit op de behandelkamer (echo thorax, diagnostische punctie en ontlastende drainage);
    8. houdt een referaat aan het einden van de stageperiode, bij voorkeur naar aanleiding van een zelf ervaren klinisch probleem;
  • De semi-arts wordt geacht om in hun IOP ook individuele leerdoelen te formuleren. Afhankelijk van deze leerdoelen kan samen met de begeleider een persoonlijk stagerooster gemaakt worden.

  • De semi-arts zal gedurende de stageperiode ingezet worden op de polikliniek, consulten, SEH en kliniek. Afhankelijk van het aanbod en complexiteit wordt gestreefd naar de volgende patiëntaantallen:

    • Polikliniek: 2-3 patiënten/dag
    • Consulten: aanbodafhankelijk
    • SEH: 2 patiënten/dag
    • Kliniek: 2-4 patiënten per dag

    Afhankelijk van de expertise en leercurve kan gedurende de stage deze aantallen verder opgebouwd worden.

  • Week 1 t/m 4: kliniek

    De zorg voor 2 patiënten (zie bovenstaande leerdoelen met daarbij visite lopen, uitwerken met opstellen differentiaal diagnose, voorstel aanvullend onderzoek en beleid aan begeleider, uitvoeren beleid, familiegesprek onder begeleiding, ontslag voorbereiden)

     

    Week 5 t/m 8: consulten (inclusief SEH)

    Zelfstandig uitvoeren van consulten en de opvang / analyse van SEH-patiënten.

     

    Week 9 t/m 16: kliniek + polikliniek

    De zorg voor 2-4 patiënten (zie bovenstaande leerdoelen met daarbij visite lopen, uitwerken met opstellen differentiaal diagnose, voorstel aanvullend onderzoek en beleid aan begeleider, uitvoeren beleid, familiegesprek onder begeleiding, ontslag voorbereiden).

    In de middag kan onder supervisie 1x/week een (spoed)poli gedaan worden: 1 nieuwe patiënt en 1 controle (maximaal aantal contactmomenten van 3, daarna wordt patiënt ontslagen van de poli, dan wel doorverwezen naar een stafarts)

  • Gedurende de semi-artsstage kan op verschillende manieren verdieping worden gezocht, denk aan de longfunctie of behandelkamer. Verder kan, in overleg met de begeleider, facultatief gekozen worden uit de volgende verdiepingsmodules:

    1. Wetenschappelijk verdieping met rapportage (CAT, Journal Club, PulmoScience)
    2. Onderwijs Geneeskundestudenten
    3. Schrijven en opzetten (klein) onderzoek (met eventueel verlenging naar wetenschapsstage)
  • De semi-arts wordt begeleid door een staflid – longarts (lid van de opleidingsgroep). Er zal een introductiegesprek plaatsvinden, een voortgangsgesprek en een eindgesprek welke worden gedocumenteerd in EPASS. De semi-arts zal daarnaast op diverse momenten beoordeeld worden door leden van de opleidingsgroep (zogenoemde “Korte praktijk beoordeling” (KPB)). Deze beoordeling kan zowel door de semi-arts als door een staflid geïnitieerd worden. De KPB’s zullen ook vastgelegd worden in EPASS.